Ga naar hoofdinhoud

“Banken hebben een voortrekkersrol in de circulaire bouweconomie”

Geert Dirkse

Werk: business analist Bouw en Circulariteit bij de Rabobank
Opleiding: commerciële economie
Persoonlijke inspiratie: “Ik wil dat volgende generaties het net zo goed hebben als wij.”

Geert Dirkse is business analist Bouw en Circulariteit bij de Rabobank. Zelf beschrijft hij zijn rol als “kennismakelaar over circulariteit voor klanten en collega’s”. Daarbij ligt zijn focus niet op de techniek: er zijn anderen die daar veel meer verstand van hebben. Geert heeft veel kennis van de financiële waardering van gebouwen. Bij circulariteit blijft die waarde beter behouden, omdat de gebruikte materialen weer dienen als grondstoffen. “Ik spreek veel partijen in de keten en zie hoe de transitie naar een meer circulaire samenleving verloopt. Wij kunnen dat als bank actief stimuleren door kennis te delen, maar ook door circulariteit als eis te stellen voor financiering.”

Welke rol spelen banken en andere geldschieters in de transitie naar een circulaire bouweconomie?

Banken hebben een voortrekkersrol waar het gaat om duurzaam bouwen en circulariteit. We hebben als bankiers op dat gebied veel kennis, uitgebreide netwerken en diverse financieringsmogelijkheden. We kunnen mensen bewust maken van de mogelijkheden en doen dat graag en actief. Daarnaast is er ook druk van bovenaf. De toezichthouder vraagt ons om de footprint van onze klanten in beeld te brengen. Stel dat een bedrijf bij ons aanklopt met een businessplan dat sterk leunt op de oude, fossiele economie. Dan moeten we daar toch wel heel hard over nadenken. Want hoe lang houdt zo’n bedrijf nog stand? En wat draagt zo’n lening bij aan het verminderen van onze footprint als bank?”

“Het gaat bij circulariteit om de hele keten. Daarin speelt de architect een belangrijke rol: die kan de toepassing van biobased of gebruikte bouwmaterialen bij de opdrachtgever bespreken en aanbevelen. En wij kunnen als financier druk uitoefenen. De mogelijke financiering van het project hangt steeds vaker samen met het circulaire karakter van zo’n bouwproject. In sommige gevallen zeggen we zelfs al: bepaalde circulaire maatregelen moeten worden doorgevoerd, anders is de lening 1% duurder. Dat geeft partijen opeens ook financiële ruimte om te investeren in circulariteit. Ook proberen we zoveel mogelijk met de keten tot nieuwe businesscases te komen.”

Zijn er al concrete businesscases te noemen?

“Wie een bedrijf heeft in de intensieve veehouderij moet echt op zoek naar duurzame alternatieven. Het programma Building Balance is dan een goed voorbeeld. Daar willen we een sluitende businesscase realiseren voor zowel de boer als voor de fabrikant van bouwmaterialen en de aannemer. In het programma krijgt de boer de garantie dat de gewassen die hij verbouwt een afzetmarkt vinden. Via de fabrikant worden gewassen als olifantengras, lisdodde en hennep verwerkt tot biobased isolatiemateriaal ten behoeve van de bouwers. Zulke lokaal geteelde gewassen kunnen glaswol en steenwol uitstekend vervangen: isolatiematerialen die bij de productie enorm veel fossiele energie vragen.”

Op welke activiteit of welk resultaat van het Transitieteam ben jij het meest trots en waarom?

“Ik heb me ingezet voor de werkgroep ‘Waardering en financiering’. Daarbij heb ik bereikt dat het begrip circulariteit aan belang wint. Nu hoor je vooral nog over duurzaamheid, maar dat heeft een heel brede betekenis. Bij circulariteit zit je veel dichter op het grondstoffentekort, hergebruik en restwaarde. Door circulair te bouwen voorkom je verspilling en ga je uit van de gehele keten. Dat mag sneller: het gaat nu met kleine stapjes. Mijn doel is om circulariteit in de risicomodellen van de banken te krijgen. Nu wordt bij een lening voor onroerend goed bijvoorbeeld gevraagd naar het energielabel. Maar waarom niet of nauwelijks naar circulariteit?”

Wat wil je het volgende Transitieteam meegeven?

“Ik hoop dat er nu tempo gemaakt wordt. Dat ook toezichthouders – zoals DNB, ACM en ECB – besluiten dat circulariteit een belangrijke voorwaarde is om leningen te verstrekken. En dat een lening dus wordt afgewezen als er onvoldoende waarborgen zijn voor circulair bouwen.”

“De hele keten moet erover nadenken. Het begint er al mee dat de architect een gebouw ontwerpt dat weer uit elkaar kan worden gehaald. We werken toe naar 90% daadwerkelijk hergebruik, dat is echt iets anders dan recycling. Daarbij kun je ook denken aan de verschuiving van bezit naar gebruik. Bouwmaterialen kunnen bijvoorbeeld eigendom blijven van de leverancier. Je ziet dat hier en daar al gebeuren, met bijvoorbeeld kantoormeubilair of gevelbekleding. Het nieuwe transitieteam kan daar hopelijk meer richting aan geven.”

Meer weten over de resultaten van het Transitieteam?

Op circulairebouweconomie.nl vind je meer informatie over het transitietraject.