Ga naar hoofdinhoud

‘Het is nu tijd om onze adviezen via voorbeeldprojecten in de praktijk te brengen’

Jip van Grinsven

Scheidend voorzitter werkgroep Waardering en Financiering

“Wanneer we de grondstoffentransitie écht willen versnellen, is er een financiële systeemverandering nodig”, schreef Jip van Grinsven vorig jaar in een column, waarin ze en passant het gebrek aan circulaire ambities bij het ministerie van Financiën op de korrel nam. Van Grinsven, consultant bij Alba Concepts, was de afgelopen jaren voorzitter van de werkgroep Waardering en Financiering. In het versnellingsadvies van deze werkgroep staan diverse suggesties om met financiële prikkels circulariteit te bevorderen. “We moeten anders kijken naar het waarderen van materialen, producten en bouwwerken. Belangrijke onderwerpen die hierbij spelen zijn het inbedden van circulariteit in boekhoudkundige regels, grondexploitaties en taxaties.”

Essentiële aanjagers

“Als jonge professional die 24/7 met de circulaire transitie bezig is, gaat het me nooit snel genoeg”, stelt Van Grinsven. “Binnen het Transitieteam heb ik geleerd dat je af en toe ook geduld moet hebben. Om stappen te kunnen zetten, moet je soms iets meerdere keren benoemen voordat het landt en er voortgang kan worden geboekt. Wat me veel voldoening gaf was dat er mede dankzij de werkgroep steeds meer aandacht kwam voor aspecten als financiering en waardering. In het begin was daar niet veel belangstelling voor, maar gaandeweg werd steeds duidelijker dat het essentiële aanjagers zijn van de circulaire economie.”

Financiële restwaarde

Behalve op discussies binnen de werkgroep zijn de adviezen ook gebaseerd op diverse onderzoeken. “Met Capital Value hebben we bijvoorbeeld onderzocht hoe circulariteit een plek kan krijgen in de boekhouding van woningcorporaties”, legt Van Grinsven uit. “Centraal stond de vraag hoe corporaties circulariteit kunnen meenemen in de markt- en beleidswaarde. Een van de antwoorden was: door de financiële restwaarde te verdisconteren in de markt- en beleidswaarde. Op voorwaarde dat je die restwaarde kunt garanderen, is dat een heel interessante knop om aan te draaien.”

Wat voor dit specifieke onderzoek geldt, gaat volgens Van Grinsven ook op voor de circulaire transitie: het is tijd om de vele adviezen en aanbevelingen in de praktijk te brengen. “In dit geval zie ik een voorbeeldproject voor me waarbij een of meer taxateurs en woningcorporaties zijn betrokken. Daar kan een olievlekwerking van uitgaan: als één woningcorporatie laat zien dat het kan, weet ik zeker dat er snel meer volgen. Het initiëren van dat soort concrete voorbeeldprojecten wordt in mijn ogen een van de belangrijke taken van het nieuwe Transitieteam.”

Van lineair naar circulair

‘Doener’ als ze is, heeft haar tijd bij de werkgroep Van Grinsven veel gebracht. “Nadenken en praten over circulariteit is interessant en leerzaam, maar zelf kom ik het best tot m’n recht als ik ergens concreet naar toe kan werken. De opdracht van de werkgroep was om in kaart te brengen welke ontwikkelingen op financieel gebied nodig zijn om de circulaire bouweconomie in versnelling te brengen. Dat heeft geresulteerd in vier concrete aanbevelingen, zoals ‘neem circulariteit op in beoordelingskaders en risicomodellen voor project- en bedrijfsfinanciering’ en ‘weeg circulariteit mee in waardebepaling vastgoed’, die we zo helder mogelijk hebben geformuleerd en onderbouwd. Dat onze aanbevelingen ook een groot stempel hebben gedrukt op het manifest van het Transitieteam, gaf me niet alleen veel voldoening maar is ook niet meer dan terecht. Want voor de transitie van een lineaire naar een circulaire bouweconomie is een systeemverandering nodig, die er in de basis op neerkomt dat circulaire materialen, producten en bouwwerken de betere waardering krijgen die ze verdienen.”